Margot vertelde me hoe ze afwoog wat ze ging beloven en wat niet.
‘Ineke, een vriendin van mij is overleden en we hebben met drie vriendinnen heel dat stervensproces meegemaakt. Ineke heeft een dochter, Lotte, en Ineke was de hele tijd bezig om Lotte te beschermen. Als ze overleed moesten een aantal mensen voor haar zorgen, zowel financieel als qua aandacht. Ineke nodigde ons – de drie vriendinnen – uit aan een heel mooi gedekte tafel en ze had aan ieder van ons gevraagd om iets te maken. Wij zitten aan die gedekte tafel, zoals ze achteraf ook de kist wilde hebben, en zij heeft een heel schrift bij zich met allerlei verlangens. Zij benoemde wat ze graag van ons wilde hebben. Ik had het al een beetje voorzien dat het zoiets zou worden en ik had mezelf wel voorgenomen: ik beloof alleen wat ik ook waar kan maken. En dat was ook goed, want ze vroeg best veel. Ik wil de uitvaart op die en die manier en als dit of dat met Lotte gebeurt, bij wie kan ze dan terecht. Ineke had geen extreme vragen naar mij toe, nee. Maar ik was me er wel steeds bewust van dat ik tegen haar zei dat ik moet kijken of ik het kan realiseren. Ik was het me bewust, maar dat is altijd wel mijn houding, als ik iets doe wil ik het ook kunnen overzien. En ik kan geen beloftes doen die ik niet na kan komen. Ik herinner me wel dat die belofte, die gecontroleerde belofte, laat ik hem zo even noemen, me heel veel ruimte heeft gegeven om te zien dat je dus ook dingen mag vragen aan je omgeving, daarop mag vertrouwen, want zij wilde bewaard blijven, dat was haar thema: ik wil bewaard blijven in het leven. Als je dat met elkaar op een veilige, overzichtelijke, goede manier doet, dat dat voor degene die overlijdt heel veel rust geeft, maar ook voor degene die achterblijft, is dat prachtig. Want ik heb toch een bepaalde band met Lotte, als er iets is, ben ik er. Of ze belt ons. Dus ik voel het niet als een last, de belofte heeft betekenis.
Daarnaast heb ik ook een film gemaakt voor Lotte. Ook vanuit de belofte dat Ineke die film wilde maken voor haar dochter. Ik had de belofte gedaan om die film met haar dochter te kijken maar toen zei ik: ‘Maar Ineke jij leeft nog, is het nou niet fijner dat jij hem met je dochter bekijkt.’ Dus toen heeft ze die stap weer kunnen zetten vanuit het feit dat die film toch gezien werd, dat was de eerste belofte, maar de tweede was een betere: dat ze hem met de dochter heeft kunnen bekijken.’