Zelfs beloftes die goed uitpakken en die voldoening geven, kunnen wel heel grote consequenties hebben. Mark vertelt:
‘Mijn vader en moeder zijn opgegroeid als buurtkinderen. Mijn moeder heeft achteraf gezien iets gehad wat je tegenwoordig manisch depressief zou noemen. De eerste keer dat ze uit de bocht vloog was ze een jaar of 16. Toen haar moeder – dus mijn oma – een jaar of tien later kwam te overlijden, had zij duidelijk het gevoel een dochter achter te laten met een kwetsbare kant. Mijn vader was als buurjongen, de families waren heel erg bevriend onderling, bij haar op haar sterfbed in het ziekenhuis. Toen heeft zij op haar sterfbed gezegd: Gerard wil je alsjeblief omkijken naar Annie. Zoiets. En toen is hij dat gaan doen, toen bloeide er iets op tussen die twee en ging hij met heel andere ogen naar haar kijken. Daar is een huwelijk uit voortgekomen en daar ben ik uit geboren, dus ik ben die oma postuum wel degelijk dankbaar. Er is een huwelijk uit liefde gesloten, ze hebben vijf kinderen gekregen. Tijdens hun huwelijk is ze een keer of vier opgenomen, maar de rest van de tijd was ze super en een ontzettend leuke moeder en heel actief, ook in de maatschappij, zat in besturen en noem maar op. Maar de keren dat ze onderuitging, dan was het voor mijn vader extra zwaar. Ja, dat was het misschien ook wel geweest als haar moeder dat nooit had gezegd, maar hij voelde zich op de een of andere manier extra belast en verantwoordelijk. Achteraf denk ik dat hij het zichzelf heeft beloofd: ik zal zorgen dat jij deze narigheid overleeft. Hij dacht waarschijnlijk niet in dood of sterven. Maar in ‘ik kan je behoeden’ of misschien ‘ik kan jou beschermen’. Over hun huwelijk heb ik nooit met mijn vader gepraat, maar mijn vader heeft me dit beginmoment verteld. Hij heeft zich de vraag van mijn oma aangetrokken en is op een andere manier naar Annie om gaan kijken. Het was een positieve belofte, ze hielden van elkaar, maar het had natuurlijk wel een zwaarte. Er wordt nogal wat gevraagd. Wat voor vrouw mijn oma was, en of zij daarna rustig afscheid kon nemen, dat weet ik niet.’